Feitjes en cijfers over overgewicht en obesitas:
Obesitas is een groeiend probleem in de wereld, dus ook in Nederland. In de tijd van 1981 tot 2018 is het percentage mensen met overgewicht gestegen van 27,4% naar 42,9%1.
De kans op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, verhoogde bloedsuikerspiegel of suikerziekte (diabetes mellitus type 2) is ook toegenomen1. In 2015 had 12 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot en met 12 jaar) overgewicht, waarvan een derde obesitas (ernstig overgewicht) had5. Bij kinderen en adolescenten (5-17 jaar) met overgewicht of obesitas is het niet alleen de fysieke gezondheid die achteruitgaat, maar ook de psychologische gezondheid kan slechter worden2. Naast overeten en genetische gevoeligheid, is onvoldoende fysieke beweging een van de belangrijkste oorzaken van overgewicht en obesitas bij kinderen en volwassenen.
Relatie overgewicht ouder en kind:
Kinderen die op jonge leeftijd al te zwaar zijn, hebben vaak op latere leeftijd ook overgewicht. Ouders hebben een grote voorbeeldrol als het gaat om beweeg- en eetgedrag naar hun kinderen toe. Overgewicht komt vaker voor bij kinderen van wie de ouders of verzorgers ook overgewicht hebben, namelijk 17% ten opzichte van 6% voor kinderen waarvan de beide ouders wel of geen overgewicht hebben. Dit percentage neemt zelfs toe tot 24% wanneer ten minste één ouder obesitas heeft5.
Bron: CBS (2020)
Kortom, het is een toenemend probleem en om dit aan te pakken moet ervoor gezorgd worden dat de kinderen, adolescenten, maar zeker ook hun ouders met overgewicht zo effectief mogelijk op een gezond gewicht en vetpercentage komen. Hiervoor wordt er aandacht besteed aan voeding en lichaamsbeweging.
Meten bij overgewicht:
Er zijn verschillende gezondheidsmetingen die worden ingezet om als evaluatiemiddel te dienen of een therapie heeft geholpen en om het overgewicht dus écht aan te pakken.
Voor de diëtist:
- Lichaamsgewicht & lengte -> Body Mass Index (BMI)
- Vetpercentage (via bijvoorbeeld een huidplooimeting)
- Fat-free Mass (FFM)
- Buikomtrek
De meest gebruikte maat is de Body Mass Index (BMI). Deze wordt uitgedrukt in kg/m2. Een andere maat die hiervoor steeds meer in opkomst is, is de Fat-Free Mass (FFM), ofwel de vetvrije massa. Vetvrije massa is simpelweg de hoeveelheid lichaamsgewicht zonder vetmassa. Hieronder valt het volgende weefsel: organen, spiermassa, botweefsel, bindweefsel, water. De diëtist kan u hierover goede uitleg geven en kan dit ook meten of schatten.
Wat kan de fysiotherapeut doen?
Door krachttraining wordt de omvang van spiercellen vergroot, waardoor de spiermassa tevens vergroot. Spiercellen onttrekken in rust en bij inspanning vetzuren aan het bloed. Via dit principe wordt aangenomen dat bij getrainde mensen die aan krachttraining doen in rust en bij lichte inspanning beter vetzuren aan het bloed worden onttrokken dan bij niet-getrainde mensen. Een combinatie van een specifieke cardiotraining (HIIT) en krachttraining lijkt het meest effectief te zijn voor het lichaamsvet.
Er zijn verschillende studies die de effecten hebben onderzocht. Er is sterk bewijs dat cardiotraining een verlaging van het BMI teweeg brengt en gering bewijs dat het vermindering in buikomtrek verzorgt.
Er is sterk bewijs dat krachttraining een verlaging van het BMI, vetpercentage en buikomtrek verzorgt.
Testen bij de fysiotherapeut 4
- Conditietesten (o.a. shuttle run / wandel test, een fietstest)
- Krachtmetingen
De fitheid kan aan de hand van verschillende inspanningstesten worden afgenomen. Afhankelijk van het doel van de persoon, worden de testen ingezet. Daarna zal de intensiteit van de trainingen efficiënt worden vastgesteld.
Tip van de fysiotherapeut:
- Doe iets qua beweging wat je leuk vindt, dan houdt je het beter vol
- Wandelen, fietsen, skeeleren, zwemmen kan dagelijks
- Krachttraining en intensievere training het liefst 2-3x per week.
Bij Verzijden bieden wij verschillende manieren aan: Egym (krachttraining middels slimme apparaten), sportief wandelen (groepstraining), pilates en één-op-één fysiotherapie.
Bronvermelding:
1: (Kelsey, Zaepfel, Bjornstad, & Nadeau, 2014).
2: (Cooke, Butterly, Mackreth, Carroll, & Gately, 2000; Kelsey, Zaepfel, Bjornstad, & Nadeau, 2014; Van der Baan-Slootweg et al., 2010)
3: (Kremers,Visscher, Seidell, van Mechelen, & Brug, 2005)
4: Takken T. (2004). Inspanningstests. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
5: CBS (2020) Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981.
https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/81565NED