Lage rugpijn is een van de meest voorkomende klachten onder de Nederlandse bevolking. 95% van deze klachten is aspecifiek. Bij aspecifieke lage rugklachten is er simpel gezegd geen specifieke oorzaak voor de klachten en dat houdt in dat we de klachten niet terug kunnen herleiden naar een ‘nociceptieve bron’, ofwel een bron waar de pijn vandaan komt.
Er wordt echter nog steeds vaak geprobeerd dit wel te doen, onder andere met behulp van beeldvormend onderzoek, zoals een röntgenfoto of MRI-scan, maar uit verschillende onderzoeken1,2 blijkt dat ook veel mensen zonder rugklachten “afwijkingen” laten zien. Deze “afwijkingen” zijn frequenter aanwezig naarmate mensen ouder worden. Zo lieten Brinjikji et al (2015)2 in een grote systematic review (3110 proefpersonen) zien dat 37% van de 20-jarigen, 68% van de 40-jarigen, 88% van de 60-jarigen en zelfs 96% van de 80-jarigen kenmerken van artrose (disk degeneration) in de wervelkolom hadden. Dit waren allemaal personen die geen rugklachten hadden op dat moment.
In hoeverre kunt u over afwijkingen spreken bij lage rugpijn?
Dit grote onderzoek bevestigt dat iedereen, onafhankelijk van de lage rugklachten, “afwijkingen” vertoont op beeldvormend onderzoek. Is het dus wel terecht om van “afwijkingen” te spreken? Hierdoor kunnen patiënten met lage rugklachten onterecht het idee krijgen dat er iets mis of kapot is en kunnen ze onder andere (bewegings)angst ontwikkelen. Bekend is dat bewegingsangst een negatieve invloed heeft op het herstel. Het is dan ook niet voor niks dat in de “NHG standaard aspecifieke lage rugpijn”3 (de richtlijn voor huisartsen) het inzetten van beeldvormende diagnostiek wordt afgeraden: “De belangrijkste reden hiervoor is het ontbreken van een duidelijk verband tussen (degeneratieve) afwijkingen op beeldvorming en aspecifieke lage rugpijn. Daarnaast worden er geen therapeutische consequenties verbonden aan deze bevindingen. Beeldvormend onderzoek heeft daarnaast geen gunstige invloed op het beloop (geen afname in pijn of functie op de korte of lange termijn) en eventuele bevindingen kunnen leiden tot een onjuiste ziektebeleving.” 3
Verouderingsproces in combinatie met lage rugpijn
Het verouderingsproces in de wervelkolom kun je het beste vergelijken met het verouderingsproces aan de buitenkant van het lichaam, zoals rimpels, kaalheid en grijze haren. De leeftijd waarop mensen grijs worden varieert enorm en hetzelfde geldt voor veroudering in de wervelkolom. Daarnaast zegt de leeftijd waarop we grijs worden of de mate van grijsheid niks over onze levensverwachting. Het feit dat iemand op relatief jonge leeftijd kenmerken van artrose in de wervelkolom heeft, heeft net zo goed geen relatie met het hebben van lage rugklachten of het ontwikkelen ervan.
Beeldvormende diagnostiek
Bij specifieke lage rugklachten kan het wel een meerwaarde zijn om beeldvormende diagnostiek in te zetten. Hierbij kan gedacht worden aan een verdenking op een fractuur (breuk) na een val of ander trauma-moment waarvoor een röntgenfoto ingezet kan worden. Een andere specifieke oorzaak voor lage rugklachten is een hernia. Er zijn verschillende stadia te onderscheiden, beginnend bij een ‘disc bulge’ (beginnende uitstulping), welke zich kan ontwikkelen tot een ‘disc protrusion’ (voortschreidende uitstulping) en uiteindelijk tot een prolaps (annular fissure), oftewel een hernia (zie afbeelding). Al deze stadia kunnen leiden tot pijnklachten, maar dit is zeker niet bij iedereen het geval.
De diagnose voor een hernia is op basis van de symptomen die een patiënt tijdens het intakegesprek aangeeft redelijk tot goed te stellen en daarom is een MRI-scan in de meeste gevallen overbodig. Onvoldoende effect van de behandeling zou bijvoorbeeld wel een reden kunnen zijn om alsnog een MRI-scan in te zetten.
Conclusie:
Zowel bij mensen mét en zonder lage rugklachten zijn er in de wervelkolom veranderingen te zien op beeldvormend onderzoek.
De uitslag van het onderzoek kan mensen onnodig bang maken en daardoor juist een negatieve invloed hebben op het herstelproces. Tevens heeft de uitslag geen meerwaarde voor het behandelproces en daarom wordt het inzetten van beeldvormend onderzoek niet geadviseerd bij lage rugklachten.
- Brinjikji W, Luetmer B., Comstock BW., et al. Systematic Literature Review of Imaging Features of Spinal Degeneration in Asymptomatic Populations. AJNR Am J Neuroradiol. 2015;36(4):811-816
- Rajeswaran G., Turner M., Gissane C., Healy JC. MRI findings in the lumbar spines of asymptomatic elite junior tennis players. Skeletal radiol. 2014;43:925-932
- NHG Standaard aspecifieke lage rugpijn. https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-aspecifieke-lagerugpijn