Vaak zie je bij sporters die veel werpen, zoals bijvoorbeeld bij handbal het geval is, dat zij schouderpijn kunnen ontwikkelen. Het begint vaak met een zeurende pijn/spierpijn aan de schouder. Ondertussen gaat de sporter gewoon door met sporten en worden de pijnklachten langzaam erger. Vaak zie je dan dat er al langere tijd een bewegingsbeperking in de schouder zit, vooral bij de draaibeweging naar binnen van de schouder. De kans is dan groot dat je een werpschouder hebt ontwikkeld. Het beste is dan om een schouderfysiotherapeut te zoeken zodat er een goed onderzoek gedaan kan worden van de schouder en eventuele aangrenzende regio’s.
Maar wat is een werpschouder nu precies?
Een werpschouder is een bepaald type schouderpijn welke is ontstaan door verkortingen van de spieren en het gewrichtskapsel aan de achterzijde van de schouder. Dit noemt men ook wel een GIRD: ‘Glenohumeral Internal Rotation Deficit’. Meestal zie je dit type schouderpijn bij werpsporten zoals basketbal, handbal, bepaalde atletiek vormen, volleybal, waterpolo, honkbal, rugby, maar ook bij tennis, badminton en zwemmen kan het voorkomen. Maar ook mensen die geen werpsport bedrijven, kunnen deze verkorting en schouderpijn ontwikkelen.
En zijn, behalve een verkorting van het schouderkapsel, nog andere oorzaken van het ontstaan van een GIRD. Bijvoorbeeld een niet goed bewegingspatroon van het schouderblad ten opzichte van de romp, een te opgerekt kapsel aan de voorzijde van de schouder en mogelijk kan er ook letsel in de schouder zelf aanwezig zijn waardoor de schouder kan gaan inklemmen.1
De klachten die je bij een GIRD kunt ervaren zijn pijn aan de achterzijde van de schouder en soms stralen deze uit naar de arm met een doof/loom gevoel. In enkele gevallen kunnen er ook tintelingen worden ervaren in de arm, dit noemt men het “dead arm syndrome”.1
fig. 1
Wat onderzoekt de fysiotherapeut?
- Beweeglijkheid van de nek, bovenrug, lage rug en schouder/arm.
- Positie, stabiliteit en beweeglijkheid van het schouderblad tijdens de werpbeweging/armbewegingen.
- Rustpositie van de schouder in zit en stand.
- Spierkracht van de schouder- en schouderblad spieren.
- Testen om schade in het gewricht uit te sluiten.
Wat vindt de fysiotherapeut tijdens het onderzoek?
- Het schouderblad en de schouder van de pijnlijke zijde staat vaak lager dan de niet pijnlijke zijde (fig. 2).1
- Bewegingsbeperkingen in met name de naar binnen draaibeweging van de schouder en bij de beweging van de schouder voor het lichaam langs naar de niet aangedane schouder.1
- Bewegingsbeperkingen in de nek en/of boven rug.
- Eventuele bewegingsbeperkingen in de elleboog of pols.
- Vermindering van de spierkracht van de spieren rondom het schouderblad.
- Verhoogde spierspanning van de spieren aan de achterzijde van de schouder.
Fig. 2
Waaruit bestaat de fysiotherapeutische behandeling?
Deze bestaat uit het stretchen van het kapsel aan de achterzijde van de schouder om meer beweeglijkheid te generen. Hiervoor worden vaak ook huiswerkoefeningen meegeven voor een beter en sneller resultaat. Ook het losmaken van de gespannen spieren in de omgeving van de schouder kan een onderdeel zijn van de behandeling. Dit kan middels massage, maar ook Dry Needling kan een goede optie zijn. Mochten er bewegingsbeperkingen in de nek en/of boven rug zitten, kan de fysiotherapeut dit los maken en eventueel ondersteunen middels manuele therapie. Aansluitend zouden er nog oefeningen gedaan kunnen worden om de spieren rondom de schouder en schouderblad weer sterker te maken.
Bron:
- The Disabled Throwing Shoulder: Spectrum of Pathology, Part III: The SICK Scapula, Scapular Dyskinesis, the Kinetic Chain, and Rehabilitation, Stephen S. Burkhart, M.D., Craig D. Morgan, M.D., and W. Ben Kibler, M.D.
Figuren:
- http://www.kidsweek.nl/nieuws-nieuws/damesteam-handbal-pakt-tweede-plaats-wk
- The Disabled Throwing Shoulder: Spectrum of Pathology, Part III: The SICK Scapula, Scapular Dyskinesis, the Kinetic Chain, and Rehabilitation, Stephen S. Burkhart, M.D., Craig D. Morgan, M.D., and W. Ben Kibler, M.D.